KampeerKampioen
“Overal waar we met ons Ventje staan, hebben we veel bekijks”
KampeerKampioen in gesprek met Frank Westland, oprichter en eigenaar van Ventje
Op zijn 21ste ging Frank Westland een jaar backpacken in Nieuw-Zeeland. In zijn uppie trok hij door het land en overal waar hij wilde, zette hij zijn tentje op. Terug in Nederland miste hij dat. “Je kunt hier niet je tent in de auto gooien en zomaar overal gaan staan. Ook een camping moet je vaak boeken en dat sloot niet helemaal aan bij de vrijheid die ik zocht.” Zo vatte hij het plan op om een busje om te bouwen tot campertje. “Maar ik ben een echte tentkampeerder, kende geen campers, en ben toen gewoon goed gaan kijken en nadenken over de indeling. Zo leek het mij handig om de keuken achterin te plaatsen, zodat je buiten kunt koken.”
Hij kocht een busje om zijn ideeën in de praktijk te brengen. “Ik ging een maand naar Spanje en overal waar ik stopte, kwamen mensen kijken. Bij de meeste campers zit de keuken middenin, maar niemand vindt het fijn om in de warmte in een klein hoekje te koken. Ik vond het logisch om de keuken achterin te plaatsen, maar dat bleek nog niet vaak gedaan. Al op jonge leeftijd was ik bezig met hoe dingen beter kunnen. Ik houd er gewoon van dat dingen goed werken. Vroeger stoorde ik me er al aan als de kussens van de vouwwagen van mijn ouders naar beneden vielen als je een bak opentrok.”
Eigen ontwerpbureau
Ondertussen ging Westland aan de slag als ontwerper en richtte zijn eigen ontwerpbureau op, Wortel Design. Inderdaad, naar Willie Wortel. “Toen ik begon, kwam het idee van cradle to cradle net een beetje op − de ultieme vorm van duurzaam produceren, alles hergebruiken − en dat sprak mij enorm aan. Als productontwerper maak je dingen die misschien goed zijn voor mensen, maar niet altijd even goed voor de wereld. Ik wilde én ontwerpen én iets goeds doen voor de wereld.” Naast zijn werk als productdesigner bleef hij schaven om zijn ideale camper te ontwikkelen. Door de
jaren heen had hij veel ideeën opgeschreven, vaak in schetsjes. Het resulteerde in de oprichting van camperbouwbedrijf Ventje.
Volkswagenbusjes − de meest sobere uitvoering, zonder ramen − worden ingekocht en omgebouwd tot compacte maar ruim aanvoelende campers vol technische snufjes, handigheidjes en veel bergruimte.
Vlak voor de uitbraak van corona − in januari 2020 − zag het eerste Ventje het levenslicht. “Nadat we de website hadden gelanceerd, stond de telefoon meteen roodgloeiend. Dat was echt bizar. Kijk, ik wist zeker dat we iets bijzonders hadden gemaakt, er zitten mooie materialen en handige oplossingen in, maar ik was heel benieuwd of mensen dat ook zouden zien. Soms vinden mensen een plastic aanrechtblad mooier dan echt hout… Dus het zou zomaar kunnen dat niet iedereen de kwaliteit zou zien.”

Naar elkaar zwaaien
Zijn vrees bleek ongegrond. “Vanaf dag één bleek dat mensen het wel degelijk zien. In een eerste interview werd me
gevraagd hoeveel ik er dacht te verkopen. Het eerste jaar hoop ik op vijftig, antwoordde ik. Mijn vriendin en collega’s van het ontwerpbureau lachten me vierkant uit. Ik zou al blij moeten zijn als we er een of twee zouden verkopen. Aan het einde van het jaar hadden we er honderd verkocht. En inmiddels leveren we elke werkdag een Ventje. Onze klanten zijn leuke mensen. Mensen die van reizen houden, die naar elkaar zwaaien op de weg. Het zijn vooral mensen die op zoek zijn naar het buitenleven, naar meer vrijheid. Ik sta zelf altijd het liefst tussen de tentjes, en vraag altijd om een tentplek. Dat is een heel andere sfeer dan tussen de grote witte campers, dat past niet bij Ventje.”
Er werken zo’n vijftig mensen in het bedrijf, het grootste deel in de werkplaats. “En we doen alles zelf: hout komt als planken binnen en wordt hier op maat gezaagd, waarna de meubelmaker ermee aan de slag gaat. We zetten onze eigen
ramen erin, die vinden we mooier dan de originele ramen. Ze zijn een beetje getint. Je kijkt goed naar buiten, maar minder goed naar binnen, dat is wel prettig bij een campertje. Onze gordijnen zijn zwart van buiten en als je ze dichtdoet, zie je aan de buitenkant niet eens dat er gordijnen in zitten. Als je het dak dicht laat, zie je gewoon een geparkeerde bus, zelfs als je binnen het licht aan hebt.” Lacht: “Dat is ideaal, ik heb weleens onder de Eiffel-
toren gestaan…” Het bedrijf groeit hard en Westland droomt groot. “Overal waar we komen, hebben we altijd veel bekijks. We hebben net een filiaal in Duitsland geopend en ik denk dat we over vijf jaar volop in de Europese markt bezig zijn.”
Knipoog
Sinds kort is er een elektrische variant, het e-Ventje. Volgens de fabrikant is het bereik 440 kilometer, zelf is Westland iets voorzichtiger. “Ik zeg 375 kilometer, wat nog steeds supergoed is. In een halfuurtje is de accu voor tachtig procent vol. Er is weinig energie voor nodig om ver te rijden, dat is het bijzondere aan dit busje. Je ziet dat die ontwikkeling van elektrisch rijden snel vooruitgaat. Sinds een week ben ik hem nu zelf aan het rijden, ik ben heel benieuwd.”
Klanten kunnen kiezen tussen een hagelnieuwe bus of een occasion. Daarin zit het grootste verschil in prijs. Het interieur is hetzelfde, nieuw bed, alles van hout, een buitenset die zo vernuftig en fraai is ontworpen dat er al vraag is om die los te verkopen. Grijnzend: “Dat kan hoor, krijg je het busje erbij…”
En is de aanschaf je te gortig? Het bedrijf heeft zo’n dertig campers voor de verhuur. “Vooral jonge mensen huren. Ik
snap dat, het is toch een smak geld. De verhuur-Ventjes gaan ook als een tierelier. Je hoeft zelf ook niets in te pakken, behalve je persoonlijke spullen, ze zijn helemaal ingericht. Ook als je hem koopt, is hij helemaal ingericht.”
Het ligt natuurlijk ook aan de ietwat schattige naam, maar Westland praat liefkozend over zijn campers. Als hij uit-
legt hoe de naam is bedacht, moet hij lachen: “Daar hebben we echt wel wat avondjes voor in de kroeg gezeten. Zijn
wel een paar pilsjes voor nodig geweest, haha.” Het is een knipoog naar ‘van’, het Engelse woord voor bus. En het is een klein busje, vandaar de verkleining, legt Westland uit. “En wat we vooral belangrijk vinden is dat mensen het busje ook graag zo noemen. Omdat het een leuke naam is. Nu zegt iedereen: ‘Ik ga met mijn Ventje op pad.’ Daar ben ik heel
blij mee.”
Info
Naam Frank Westland (35) • Privé Hij woont samen met zijn vriendin en zoon van acht maanden
in Culemborg • Werk Opgeleid tot productdesigner en engineer, eigenaar van ontwerpbureau
Wortel Design • Sinds januari 2020 oprichter en eigenaar van camperbouwer Ventje.
Tekst: Ellen Leijser Fotografie: Dirk Jansen
Artikel gepubliceerd in KampeerKampioen 10, 2023